Ontwikkelingsmateriaal

Het lesmateriaal werd door Maria Montessori 'ontwikkelingsmateriaal' genoemd. De kinderen werken met behulp van het materiaal aan hun eigen ontwikkeling. Dit materiaal vormt een belangrijk onderdeel van de 'voorbereide omgeving'. Het dient als hulpmiddel voor leerling en leerkracht. Kinderen ervaren dat een handeling gevolgd wordt door inzicht en kennis en kan zelf bepalen of het materiaal nodig heeft. Montessori's bekende zegswijze 'Leer mij het zelf doen' illustreert de functie van het materiaal. Ontwikkelingsmateriaal moet aan bepaalde eisen voldoen om montessorimateriaal te mogen heten. Deze eisen zijn onder meer dat het materiaal er aantrekkelijk uitziet, dat het een zelfcontrolerend karakter heeft en dat het de mogelijkheid biedt het kind steeds ingewikkeldere handelingen te laten verrichten. Datgene waar het materiaal de aandacht op vestigt moet duidelijk naar voren komen; dit wordt ook wel 'de isolatie van de eigenschap' genoemd. Mede door het gebruik van het materiaal, verwerven de kinderen in de loop van hun ontwikkeling een grote mate van zelfstandigheid.
 

Taalmateriaal

Uit de hele wereld kwamen bezoekers naar Rome om de 'wonderkinderen' van Maria Montessori te aanschouwen in haar eerste school. Het wonder dat zo de aandacht trok, was dat kinderen uit analfabetische gezinnen spontaan waren gaan schrijven en lezen, nadat ze met heel eenvoudige materialen hadden gewerkt. Dit waren schuurpapieren letters waarmee ze kennis maakten met de vorm van de letters. Daarna de losse letters uit de letterdozen waarmee ze deze letters tot woorden konden vormen.
   
Elke woordsoort wordt voorgesteld door een symbool van een bepaalde vorm en kleur. Zo zijn de symbolen voor de 'statische' woordsoorten bijvoorbeeld driehoekig en voor de 'dynamische' rond. Door het gebruik van taalsymbolen worden vaste zinspatronen zichtbaar gemaakt. Vervolgens metalen inlegfiguren waarmee ze de controle over het schrijfgereedschap onder de knie kregen. Het doel van de schuurpapieren letters is het leren van letters door het voelen van de vorm, gecombineerd met het horen en uitspreken van de klank en het zien van het symbool. Het materiaal bereidt voor op het vormen en schrijven van woorden. Het materiaal bestaat uit roze gelakte plankjes waarop de medeklinkers, plus blauwe plankjes waarop de klinkers in schuurpapier zijn aangebracht. Het werken met de metalen inlegfiguren is een directe voorbereiding tot het schrijven. Door het invullen van de figuren herhaalt het kind de beweging die nodig is voor het handschrift en het hanteren van het schrijfgereedschap. Bij het inkleuren en combineren van de figuren wordt het gevoel voor kleurcombinaties en vlakverdelingen gestimuleerd. Als het kind schuurpapieren letters gevoeld heeft en de letters kent, kan het met de losse letters woordjes leggen.
 

Rekenmateriaal

Van al het Montessorimateriaal is het rekenmateriaal misschien wel het meest aantrekkelijk. Het is mooi, opvallend en in zijn eenvoud hoogst doeltreffend. Door handelen komen de kinderen tot abstract rekenen. Ze slaan hierbij begrippen en standaardprocedures op, waarop een beroep kan worden gedaan als na verloop van tijd alleen nog abstract wordt gewerkt; het begrip is er dan al.
  
Het aanbieden van de rekenstokken betekent de eerste kennismaking met lineair geordende hoeveelheden van één tot tien en de namen van de corresponderende cijfers. De stokken geven in afwisselend rood en blauw gekleurde eenheden aan de hoeveelheden één (= 10 cm) tot tien (= 1 meter). Wanneer het kind de cijfers heeft geleerd kan het deze symbolen bij de stokken leggen. Op deze manier ontdekt het ook de volgorde van de getallen. Bij de rekenstokken worden cijfers op plankjes gebruikt. Het kralenmateriaal kan gebruikt worden als telmateriaal, als materiaal voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, als voorbereiding voor machtsverheffen en worteltrekken en voor het werken in andere talstelsels. Het materiaal voor de tafels van vermenigvuldiging helpt kinderen deze tafels te maken en te noteren. Indirect doel is het memoriseren van de tafels van vermenigvuldiging. Uit de kaartjes met de cijfers 1 tot en met 10 wordt bijvoorbeeld kaartje 6 in de gleuf geschoven. Met de kralen kunnen de kinderen dan de tafel van 6 leggen. Onder de op het bord gedrukte cijfers 1 tot en met 10 worden dan steeds zes kralen gelegd. Na elk vermenigvuldigings-sommetje worden de kralen geteld. Elke uitkomst wordt genoteerd op het gedrukte formulier. Doel van het gouden materiaal  is de eerste introductie in het tientallig stelsel, plus de namen en de hoeveelheden 1 - 10 - 100 - 1000.
 

Zintuiglijk materiaal

Zintuiglijk materiaal legt door de helderheid van geabstraheerde begrippen een stevige basis voor wiskunde, geometrie, biologie, aardrijkskunde, kunst en muziek. Door hun grote bereik nodigen zij de kinderen uit om alle mogelijkheden ervan ook werkelijk te onderzoeken. De reden voor het succes en de populariteit is ongetwijfeld dat ze kinderen in staat stellen die activiteiten te ontplooien die alle kinderen spontaan zullen uitvoeren. want met of zonder speciaal materiaal gaan kinderen, indien ze daartoe in staat gesteld worden, dingen sorteren op grootte, vorm en kleur, op gevoel, klank, temperatuur en gewicht. Ze rangschikken van donker naar licht, van groot naar klein.
   
Cilinderblokken stimuleren de waarneming op het gebied van afmetingsverschillen als groot - klein, hoog - laag, dik - dun. Ze bieden tevens een voorbereiding voor het schrijven door training van de grijpspieren van de vingers. Met de gekleurde cilinders leren kinderen niet alleen overeenkomsten en verschillen waarnemen. Door steun van cilinderblokken krijgen ze ook inzicht in verhoudingen door vergelijken en combineren van reeksen. De roze toren bestaat uit een serie van tien massieve roze kubussen, van de kleinste kubus van 1 x 1 cm oplopend tot de grootste kubus van 10 x 10 cm. Het jongste kind bouwt de toren op en breekt hem weer af, het iets oudere kind ontdekt variaties in de opbouw van de reeks, doet geheugen- en individuele spelletjes en krijgt de namen aangeboden van datgene wat hij zintuiglijk heeft ervaren: klein - groot, kleiner - kleinst, groter - grootst.
  
De rode stokken helpen het kind verschillen in lengte te onderscheiden. Er zijn tien rode houten stokken: de langste stok is een meter lang en de lengte neemt af tot de kortste stok van een decimeter. Door het werken met de stokken ontwikkelt het kind ook de motoriek van het gehele lichaam, het beseffen van reeksen en mathematische begrippen; de stokken vormen namelijk een voorbereiding voor de rekenstokken en zijn tevens een inleiding tot het metrieke stelsel.